Op veranderende grond

Hoe een gemeentelijke begraafplaats geconfronteerd word met global challenges.

 

Als ik doodswerkers Jan en Tanja ontmoet komt Nederland net ‘uit’ de intelligente lock-down. Na maanden binnenblijven en thuiswerken is de Covid-curve afgeplat. Dat betekent; een nieuwe kans om elkaar buiten te ontmoeten. Het wordt een gesprek in de vorm van een wandeling. Waarbij pijnlijk duidelijk wordt - geen begraafplaats is gevrijwaard van invloeden van buitenaf.

Een meanderen tussen pandemie, verandering en klimaat

Cultuur in conflict

Waar ik al maanden binnen zit, blijk het Tanja Medema - in haar rol als bedrijfsleider van de gemeentelijk begraafplaatsen Utrecht -  van het hele thuiswerken weinig gezien te hebben. Doodswerkers, hebben een essentieel beroep en dus gaat het werk, ook op beleidsniveau, gewoon door. Ze zit vandaag nog midden in een hevig debat over het al dan niet toestaan van eeuwigdurende grafrust voor onze islamitische landgenoten. Het is een lastig trekken en duwen wat in meerdere regio’s speelt. Kan je als gemeentelijke begraafplaats, waar mensen normaal gesproken hun grafrust voor bepaalde tijd afkopen, opeens een aantal plekken voor permanente begraving openstellen? En zo niet, waar moeten deze overledenen dan naar toe, nu repatriëring naar het wensland wegens Covid-19 niet meer mogelijk is? Ze is er moe van, biecht ze op. En dan hebben we het nog niet eens over die strenge corona-begraaf restricties gehad.


Dorre boel

Nog geen 25 meter in onze conversatie houden we stil bij vier metershoge Venijnbomen. Ik zeg vier, maar je zou het eerder twee en half kunnen noemen. Dorre bladeren en kale takken laten zien; ze zijn er slecht aan toe. De droge zomer van 2018 heeft de bomen in een precaire staat gebracht. En ook het zonnerecord van deze lente helpt niet mee. “Die grijze hopen aarde die je ziet “vertelt Tanja, liggen er op aanraden van de bomendokter. “Het idee is dat deze een natuurlijke buffer vormen en zo verdere verdamping van het water wordt verkomen”. Maar of het baat moet nog blijken. Ondanks de dagelijkse irrigatie en zandbuffer blijven de wortels droog - en zo is nu al een tweede boom aan vervanging toe. 

images+blog+post+veranderende+grond.002.jpg

Lege vlakten

We vervolgen ons pad langs rechte zerken. Tanja vertelt en ik luister. De begraafplaats waarop we lopen, Tolsteeg, is een van de begraafplaatsen onder beheer van de gemeente Utrecht. Alle vier de locaties zijn nog in gebruik maar cremeren, dat doen ze hier niet. Daarop had de gemeente niet ingezet. “De komst van het cremeren heeft veel voor ons verandert.”- aldus Tanja. Niet langer willen mensen de ‘last’ van het onderhoud van een graf neerleggen bij hun nabestaanden. Het past ook wel in de Hollandse cultuur, die hang naar pragmatisme. Cremeren is goedkoop, relatief snel en onderhoudsvriendelijk. Het is niet voor niets dat inmiddels 66% het cremeren boven begraven verkiest

Wanneer je deze cijfers doortrekt naar de begraafplaats zelf, wordt de omvang van deze verandering direct duidelijk. Van de 1400 ceremonies die dit cluster van vier uitvoerden (1960), zijn er inmiddels slechts 300 per jaar over. En dat betekent; lege plekken tussen de graven en zo rond 2032 zelfs een volledig vrijgekomen veld.“En dan”? vraag ik als we samen over de ruim 4ha gras uitkijken. Tja, dan is het wat Tanja betreft aan de gemeente. Of ze er nu een park of parkeerplaats van willen maken, dat moeten ze zelf maar weten. 

Compost als businesscase

Ondanks een kleine dosis pessimisme, schuilt er in Tanja toch een flinke dosis innovatiedrang. Het is immers op haar uitnodiging, dat ik hier ben om met haar te brainstormen over humusatie. Ze ziet wel heil in het composteren van de mens als business cases en we denken samen na over de mogelijkheden om hier met mens en dier te testen. Gezien de huidige staat van onderzoek - wetende; geen - durven we het nog niet aan om op een openbare locatie een testveld aan te leggen. Maar de zin, die is er. Ook bij het overige personeel, zo blijkt als ik niet veel later met Jan Pot op de fiets stap.

 
 

Automatisme

De ontmoeting met Jan is er een waar ik al een tijd op zat te wachten. Grafdelvers zoals Jan, die al tientallen jaren in het vak zitten, zijn moeilijk te bereiken. En deze sympathieke man met pakje cheque in zijn borstzak heeft precies de ervaring en zachtmoedigheid waar ik naar zoek.We trappen ons een weg van Tolsteeg naar Soestberger. Jan laat me daar zijn favoriete graf zien en onderweg vertelt hij over zijn dubbelrol als voorganger en hovenier. Van laars tot Jacquet, Jan doet het allemaal.

Aan de rand van de Ring van Zocker, een cirkel van grafkelders, komen we te spreken over de veranderingen in zijn vakgebied. Jan is voorman van de buitenploeg Tolsteeg. Samen met zijn overige vier collega’s bereiden ze de graven voor, gaan ze voor tijdens ceremonies en ruimen ze waar nodig een graf. “Vroeger”, vertelt Jan, “had ieder vakgebied zijn eigen team”. Er zou zelfs ook een club geweest zijn enkel en alleen voor het zwarten van de grafsteenletters. Maar nu het aantal begrafenissen zo sterk teruggelopen is zijn deze teams uitgedund en samengevoegd. “Gelukkig doen we hier nog wel alles zelf”- zegt Jan. In tegenstelling tot sommige andere begraafplaatsen is het werk hier niet uitgefaseerd naar externe service-aanbieders.

images+blog+post+veranderende+grond.003.jpg

Ook het werk zelf is in de loop der jaren veel veranderd. De schep is vervangen door de graafmachine en de wanden van het graf worden inmiddels solide gestut met metalen platen en kist-lift. Beter voor je lijf, dat wel, de jaren fysiek werk zijn Jan in zijn knieën gaan zitten. 


Bio-divers?

Op onze terugweg neemt Jan me nog even mee naar de achterkant van de begraafplaats. Je zou het een voorraadveld kunnen noemen; de logistieke buitenkamer van de grafwerker. Hier liggen extra grafkelders opgeslagen en grote hopen zand. “Van die grafkelders moet je er altijd minimaal een op voorraad hebben”, vertelt Jan terwijl hij een sjekkie draait. We leunen even in de zon en fantaseren samen over het al dan niet geschikt zijn van deze grafkelders voor het humusatie process.

Het zand waar we op uitkijken wordt gebruikt om de afgegraven klei mee ter vervangen. De grond onder deze begraafplaats is log, zwaar, onmogelijk om te scheppen en dus wordt deze bij het aanleggen van een nieuw graf afgegraven en hier opgeslagen. Een grote warrige heuvel, begroeit met groen. Het geeft te denken. Het comfort van werkers is belangrijk, maar wat doet dit met het bodemleven als de voedingsrijk klei vervangen wordt met arm zand? 

Als ik na 1,5 uur de bus weer in stap kan ik maar een ding concluderen. Het globale werkt altijd door in het lokale. Of het nu gaat om klimaatverandering, extreem weer, veranderingen in werk, automatisering, een clash der culturen, verschraalde grond of een pandemie, mijn bezoek aan een Tolsteeg laat zien dat geen mens, gebied of werk is gevrijwaard van mondiale veranderingen. Invloeden van buitenaf dwingen ons om continue van binnenuit te veranderen. 

De vraag is alleen; 

Hoe?

 
Next
Next

Designs for humusation